Ik kreeg gisteren een prachtige brief in de bus van de Hogeschool van Amsterdam. In deze brief ben ik geïnformeerd dat ik met ingang van volgend jaar instellingscollegegeld zal moeten betalen in verband met de nieuwe wetswijziging, die korte metten wil maken met langstudeerders. Nederland vergrijst, dus de jonge generatie moet zo snel mogelijk aan de bak om de AOW'tjes te kunnen dekken. Jezelf jarenlang verdiepen in een bepaald vakgebied, snuffelen aan andere vakgebieden, lange buitenlandse stages en je onderdompelen in studentenverenigingen en besturen is voortaan alleen weggelegd voor a) mensen met poen; b) mensen wier studie licht genoeg is om er een bijbaan naast te hebben of c) mensen met de bereidheid om zich dik in de schulden te steken voor de studie. Onder de laatste categorie vallen de mensen met veelbelovende carrièreperspectieven. Als zielig alfa-studentje is dat dus niet voor mij.
Natuurlijk is de HvA vriendelijk genoeg om mij te melden dat ik, omdat ik al studeerde aan de HvA alvorens deze wetgeving van kracht werd, ik val onder een overgangsregeling. De genadige wetgever (jemig wat haat ik de VVD) zal in het eerste jaar mijn huidige collegegeld verdubbelen, in het tweede jaar, verdrievoudigen en in het derde jaar verviervoudigen, zodat het voor mij niet te moeilijk moet zijn om mij aan deze kolerezooi aan te passen.
Kijk, ik weet nu eindelijk wat ik wil met mijn leven. Ik zit nu aan mijn 5e jaar studie en zal dit jaar afstuderen van het HBO. Maar ik weet dat ik de komende 2 jaar nog in de schoolbanken zal zitten voor additioneel universitair Bachelor en de daarop volgende Master. Dit komt zó niet gelegen (hoewel mijn bezwaar tegen deze wetgeving slechts 60% is. Ik ben nou eenmaal een weegschaal.). Het zet mij echter wel aan het denken.