Ik ben opgegroeid in een gezin waar mijn moeder moeder en vader tegelijkertijd moest zijn. Mijn moeder heeft haar best gedaan om ons gezonde gewoontes te leren op allerlei gebied, ook met geld. Maar zij kon zelf niet altijd deze lessen in de praktijk brengen. Dus ik heb van haar geleerd wat ik wel en niet zou moeten doen.
DOEN: Hou je inkomsten en uitgaven in de gaten.
NIET DOEN: Sta nooit garant voor anderen en neem nooit een lening voor
anderen op jouw naam. Maakt niet uit of het een familievriend
is of je kind. Als ze het konden terugbetalen, had de bank ze
zelf wel een lening gegeven.
anderen op jouw naam. Maakt niet uit of het een familievriend
is of je kind. Als ze het konden terugbetalen, had de bank ze
zelf wel een lening gegeven.
DOEN: Betaal belasting.
NIET DOEN: Geef nooit iemand anders de volledige controle over wat er
met jouw geld gebeurt. Niet een partner, maar ook niet een
financieel adviseur. Als het erop aankomt ben jij degene die
het meeste belang heeft bij jouw eigen portemonnee.
met jouw geld gebeurt. Niet een partner, maar ook niet een
financieel adviseur. Als het erop aankomt ben jij degene die
het meeste belang heeft bij jouw eigen portemonnee.
DOEN: Als je een meevallertje hebt, investeer of spaar deze dan.
NIET DOEN: Koop nooit een financieel product dat je niet begrijpt. Geloof
nooit iemand anders op zijn woord. Doe zelf onderzoek en lees
de kleine lettertjes.
nooit iemand anders op zijn woord. Doe zelf onderzoek en lees
de kleine lettertjes.
DOEN: Gebruik dat waar je goed in bent en/of dat wat je leuk vindt
om extra inkomen te verdienen.
om extra inkomen te verdienen.
NIET DOEN: Wees nooit bang om door ondernemend te handelen een
uitkering te verliezen. Uitkering is armoede. Ondernemend
handelen is zowel een risico als een kans.
uitkering te verliezen. Uitkering is armoede. Ondernemend
handelen is zowel een risico als een kans.
DOEN: Haal elke maand grote boodschappen. Dat is goedkoper dan
elke dag naar de winkel gaan. En het bespaart je tijd.
elke dag naar de winkel gaan. En het bespaart je tijd.
NIET DOEN: Leen nooit een bedrag uit dat je niet kwijt kan schelden.
DOEN: Zorg ervoor dat jouw financien op orde zijn voordat je goede
doelen steunt. Steun goede doelen alleen met geld dat je kan
missen.
doelen steunt. Steun goede doelen alleen met geld dat je kan
missen.
NIET DOEN: Leen geen geld aan familie of vrienden, tenzij je bereid bent
beide te verliezen.
beide te verliezen.
DOEN: Wil je niet luisteren naar het voorgaande, pak een financiële
transactie met bekenden zo zakelijk mogelijk aan.
transactie met bekenden zo zakelijk mogelijk aan.
NIET DOEN: Voel je niet schuldig als je je kinderen niet kan geven wat ze
willen en steek jezelf zeker niet voor ze in de schulden. Het
enige wat je verplicht bent om aan je kind te geven is liefde,
eten, water, aandacht, zorg, noodzakelijke kleding, onderdak
en levenslessen (onderwijs). De rest is extra.
willen en steek jezelf zeker niet voor ze in de schulden. Het
enige wat je verplicht bent om aan je kind te geven is liefde,
eten, water, aandacht, zorg, noodzakelijke kleding, onderdak
en levenslessen (onderwijs). De rest is extra.
DOEN: Spaar! Al is het € 5,- per maand. Ieder huishouden heeft een
buffer nodig.
buffer nodig.
NIET DOEN: Spaargeld aanspreken voor anderen. Jou buffer is voor jouw
noodgevallen. Niet voor iemand anders.
noodgevallen. Niet voor iemand anders.
DOEN: Weet waar je recht op hebt. Van huursubsidie tot
consumentenrechten.
consumentenrechten.
Wat heb jij geleerd van jouw ouders? Let op: je kan ook leren van iemands fouten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten