donderdag 18 november 2010

Conflict over het budget

Mijn budgetpartner is mijn man. Dat is wel zo makkelijk. En tegelijkertijd ook heel moeilijk. Tegenpolen trekken elkaar aan, zeggen ze. In ons geval is dat absoluut waar. Ik ben een wiskundenerdje en hij is een vrije geest. Met ander woorden: ik ben extreem in het maken van geldplannen, berekeningen en opofferingen en hij “wil ook een beetje léven”. Voor mij moet alles logisch en berekenbaar zijn en voor hem moet het goed vóelen. Op zich zijn beide standpunten valide en is het één niet beter dan het andere, maar het wil wel eens botsen. Zoals twee auto’s op de gladde snelweg met 150 kilometer per uur wel eens willen botsen. Niet goed...
Vooral aan het begin van het jaar, toen ik helemaal in de stress schoot over het geld, zorgde het voor conflict. Ik deed mijn bemoederende wijsvingertjes omhoog en hij reageerde daarop als een beer, die zijn jongen verdedigt. Ik wilde per se NU METEEN met z’n tweeën een akkoord bereiken over hoe we alles aan zouden pakken en hij was het simpelweg niet met mij eens.
Kijk, als je budgetpartner niet je levenspartner is, geeft die persoon zijn mening, maar verder ben jij degene die de beslissingen neemt. Is je budgetpartner ook je levenspartner, moet je het samen uitvechten. Goede raad is duur.
Hoe hebben we het "opgelost"?
1.       Communicatie.
Nadat ik de eerste maand alle inkomsten en uitgaven was nagegaan, en alle schulden in kaart had gebracht, heb ik het aan hem laten zien. Ik heb hem laten zien hoeveel geld er per maand uitging zonder dat we wisten waarheen. Ik heb hem laten zien wat de stand van zaken was met de schulden. Net als ik dacht hij dat het allemaal wel meeviel, tot hij het op papier zag. Ik heb zelfs een powerpointpresentatie voor hem gemaakt waarin ik hem, zonder alle “nerd”-erige berekeningen, uitlegde wat de stand van zaken was en wat mijn idee was om het op te lossen.
Vervolgens hebben wij samen besloten dat wij niet vrolijk werden van zoveel schulden. En dat we er wat aan moesten doen. Zo hebben we een plan geformuleerd.
2.       Niets doen zonder dat de ander daar enthousiast over is of er tenminste de noodzaak van inziet.
Dit houdt in: budgetbijeenkomsten. Elke maand wanneer het salaris gestort is, gaan we om de computer zitten. We maken dan in een excelsheet een lijstje met wat erin komt en wat eruit moet gaan. Op dat moment beslissen we wat er met dat salaris gaat gebeuren. We beslissen samen over alles wat niet onder vaste lasten valt. We beslissen samen wat prioriteit heeft en wat niet. Vanwege mijn flexibele salaris is er de ene maand meer geld te besteden dan de andere, maar we zien dat op dat moment allebei. Zo kunnen we samen beslissen waarop er in een mindere maand bespaard moet worden.
O, en de budgetbijeenkomsten duren net zolang tot we een akkoord bereikt hebben. Onze financiële situatie is veel te belangrijk voor ons allebei, om niet tot een vergelijk te komen. Maar het kan er best verhit aan toe gaan.
Als er een uitgave op de proppen komt, die niet gepland was, beslissen we samen of het deze maand betaald wordt uit de noodbuffer, of dat het kan wachten tot het salaris van volgende maand.
3.       Ruimte in het budget laten voor een beetje speelgeld, op het moment dat het geld het toelaat.
Deze is vooral voor mijn man, de vrije geest, belangrijk. Als het geld het toelaat, creëren we een post genaamd speelgeld. Dan krijgen wij allebei een bedrag dat we vrij mogen besteden, waaraan we willen. Ik koop schoenen, kleding, of ik spaar het. Hij koopt gadgets, visspullen of baopao’s. Zo krijgen we allebei niet het gevoel dat we op straf zitten en blijven we gemotiveerd. Want, als we uit de schulden zijn, is er meer speelgeld over.
In de tussentijd zijn we veel meer op elkaar gaan lijken. Ik betrap mijzelf er wel eens op dat ik akkoord ga met een ongeplande uitgave (gisteravond lekker uit eten geweest voor €15,-). En hij betrapt zichzelf er steeds vaker op dat hij in de winkel zoekt naar het goedkoopste van het goedkoopste. En we kunnen samen grappen maken over onze zuinigheid.
Maar soms geeft hij weer eens geld uit aan iets, zonder te overleggen. En dan word ik boos, omdat we aan het begin van de maand samen akkoord zijn gegaan met een bestedingsplan. En dan zegt hij: “ja, maar ik wil ook een beetje léven!”. En dan kan ik stiekem wel erom lachen. Want hoe hard we ons best ook doen, we zullen altijd tegenpolen blijven.
Is jouw (budget)partner ook jouw tegenpool?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten